De Groene Amsterdammer, 23 mei 2017:
‘Wat mij verbaast, is dat niemand de vraag stelt waarom er altijd een internetconnectie moet zijn.’ Technologiefilosoof Bibi van den Berg van de Universiteit Leiden gaat in haar artikel Mind the Air Gap: Preventing Privacy Issues in Robotics uitgebreid in op het feit dat het zo ontzettend normaal is geworden om altijd en overal maar ‘connected’ te zijn. Je geldt als een holbewoner als je dat niet bent, als een achterlijke zool als je dat niet wilt.
(…) Maar de consument betaalt daarvoor de prijs, want die heeft te maken met een groot risico op veiligheidslekken!’
Zitten we als consumenten dus in de val? Nee, want de oplossing is eigenlijk heel eenvoudig en in de wereld van cybersecurity al lang bekend, zegt Van den Berg: je beveiligt een omgeving het best door die niet aan het internet te hangen. ‘Natuurlijk kun je ook inbreken op een intern netwerk. Maar voor de meeste consumenten geldt dat problemen op het gebied van veiligheid, privacy en gegevensbescherming zijn opgelost als ontwerpers zichzelf deze simpele vraag stellen: moet dit product echt aan het internet? Als je het leuk vindt dat jouw koelkast, fiets en stofzuiger met elkaar kunnen praten, kan dat in een gesloten netwerk bij jou thuis. Waarom zou je al die data met de buitenwereld willen delen, met alle risico’s van dien?’ Bovendien kun je er ook voor kiezen om één keer per week of per maand je gegevens te delen, zegt Van Est. ‘Dan is je kwetsbaarheid meteen veel minder. Het gevaar is er alleen op het moment dat die lijn openstaat.’
Bron: Uit mijn hoofd
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.